1. Alles voor de lieve vrede
We vierden oud en nieuw bij de vriendin van mijn mans’ neef in Frankrijk. Het was heerlijk zacht weer en konden buiten zitten op het terras. Sinds de lockdowns en restricties waren we er nog niet veel op uit geweest, dus dit voelde echt als een mini vakantie. Losse sfeer, mooie omgeving, fijne mensen, lekker weer, wat wil je nog meer?
Het was gezellig, we waren samen het eten aan het voorbereiden, dronken al een aperitiefje, kletsten en dansten. Ook andere neven waren er met hun gezin en ook de zus van de gastvrouw was uitgenodigd. Het was lang geleden dat de neven elkaar gezien hadden en de sfeer zat er goed in.
Ik zat gezellig met de zus van de gastvrouw te kletsen, toen haar man aankwam. Poepeloerezat, dat zag en hoorde je gelijk. Het was de eerste keer dat ik hem zag en ondanks dat ik niet iemand ben waar je snel ruzie mee krijgt, had ik wel door: ik ga niet naast hem zitten, want dat komt niet goed… “We gaan ’t wel gezellig houden.”
Maar goed, ondanks dat ik niet in zijn buurt was, had ik toch last van hem. Hij deed vervelend tegen de kinderen. Maar wat doe je dan? Praten met hem was geen optie. Niet in deze staat. Dus ik hield onze kinderen bij me.
Ik zag hem ook naar de andere kinderen en vrouwen wat vervelend doen. Er werd gedanst en dan trok hij hen naar het midden van de kring om ook te dansen. Ik had verwacht dat de anderen er iets van zouden zeggen, maar het enige wat ik zag, was dat het weggelachen werd. Op dat moment leek het nog redelijk onschuldig. De kinderen en vrouwen die hij meetrok om te dansen, lachten, maar is dat wel hoe ze zich echt voelden? Lachten zij ook niet gewoon om de sfeer niet te verpesten?
Ik kreeg het er steeds moeilijker mee. Maar wanneer grijp je in? Grijp je alleen in als het jouw kinderen betreft? Grijp je alleen in als het bij jou thuis gebeurt en niet als je op een ander bent?
Ik kon het niet langer meer aanzien. De druppel was dat hij in zijn drukke gedrag per ongeluk een meisje pijn gedaan had en hij haar nog steeds bij de groep probeerde te trekken om te dansen. Ik zag dat ze niet wou. Ik zag dat ze pijn had. En ik ben er tussen gesprongen. Ik heb haar naast mij gezet zodat hij niet meer aan haar kon. En ik heb hem gezegd dat hij moest stoppen. Hij liet haar met rust.
En dan komen de excuses van anderen: “Hij is normaal niet zo, maar hij heeft nu gewoon wat teveel gedronken. Hij is normaal een hele lieve vriendelijke man. Hij bedoelt het niet zo”.
Ja, dat kan allemaal best zijn, maar dat maakt zijn gedrag nog steeds niet ok. Kinderen moeten beschermd worden en daar zijn wij (volwassenen) voor! Hij hoeft niet beschermd te worden. De kinderen wel. Praat niet goed wat fout is. Hou niet je mond voor de lieve vrede. Wees niet bang dat je de sfeer verpest. Dat doet zo’n persoon op zo’n moment. Niet jij! Jij komt gewoon op voor jezelf/kinderen/anderen. Jij bewaakt enkel je grenzen.
Dit is wat deze aangeleerde overtuigingen met je doen: je praat fout gedrag goed. Je kijkt de andere kant op en gaat je verantwoordelijkheid uit de weg. Ik ben opgegroeid met “je mond houden voor de lieve vrede”. Maar dat is geen vrede. En ik werd geleerd om je te gedragen op een ander. En je niet met een ander te bemoeien. Noem allemaal maar op. Stuk voor stuk beperkende overtuigingen. En zodra je dit inziet en ermee aan de slag gaat, kan je je hiervan bevrijden. Dan reageer je wel. Dan kom je wel voor jezelf of anderen op. Dan kijk je niet meer weg. Dan lach je vervelende of pijnlijke situaties niet meer weg. En kom je steeds meer in je kracht te staan. Kom je op voor je eigen normen en waarden.
Hoe zou de wereld er uit zien als er niet meer weggekeken wordt? Als we elkaar meer helpen? Als je meer voor jezelf en anderen opkomt?
Liefs,
Suma ♥
Delen





